Citaten Apostelbrieven (in Nederlands)

CITAAT NUMMER 1:

“Een vogelnest is als een broedplaats waar de eieren kunnen worden uitgebroed maar die géén invloed kan uitoefenen op de aard van het broedsel. Als een koekoek stiekem haar ei bij de ander deponeert kan de eigenaresse van het nest wel hópen dat er uit dat vreemde ei het eigene tevoorschijn zal komen, maar het wórdt een koekoeksjong. En deze indringer weet zich zodanig te doen gelden, dat de rest van het broedsel ook nog mislukt. Zo gaat het zo vaak met ons. Wij kunnen niet altijd voorkomen dat een ander zijn „ei” in ons „nest” deponeert. Alle „Apostolische moeite” ten spijt, zal het vreemde „ei” zich nooit verloochenen: het wordt nooit wat! Het kan je zodanig betoveren, dat je dit „eigen broedsel” niet meer wilt loslaten; dan treedt er een droevige verstoring in je denken op, met alle nare gevolgen van dien”

Bron: apostelbrief (‘Hartensuiting van uw Apostel’), zondag 3 juli 1983 (zie ook boek ‘Apostelkind’, p. 211)

Kernwoorden: outsider threat (bedreigende buitenwereld), purity (zuiverheid), dispensing of existence (bestaansrecht), identity (identiteit)