Deel 1: over Amerika en Nederland, polarisatie en verzuiling
Click here to read English translation: ‘Peacefully polarized’, interview with Arend Lijphart (1)
Arend Lijphart (1936) is een van de meest geciteerde en invloedrijkste politicologen ter wereld. Hij groeide op in Nederland, en ging in Amerika studeren, wat niet gebruikelijk was in de jaren 50. In 1968 keerde hij terug naar Nederland waar hij aan de Leidse Universiteit werkte. In 1978 maakte hij wederom de oversteek naar Amerika, en sindsdien woont en werkt hij in Californië, nu als onderzoeks-professor emeritus in de politieke wetenschap.
Hij schreef boeken over de Nederlandse verzuiling, op basis waarvan hij later de theorie van de ‘consociational democracy’ ontwikkelde, ook wel de ‘pacificatie-democratie’ genoemd. Zijn werk is verplichte kost voor sociale wetenschappers en historici. Regelmatig adviseerde hij verschillende partijen in verdeelde samenlevingen, zoals in Noord-Ierland en Zuid-Afrika. Zijn analyses waren voor diepverdeelde landen van grote betekenis, en zijn oplossingen gaven mensen hoop.
Kortom: Arend Lijphart is een man om ‘u’ tegen te zeggen. Maar wij kennen elkaar nu zo’n 20 jaar, en daarom tutoyeren we elkaar. Begin 2001 sprak ik hem voor het eerst toen hij een eredoctoraat aan de Universiteit Leiden kreeg. We spraken over zijn werk en de raakvlakken met mijn promotie-onderzoek. Hij had mijn artikel over democratiseringsgolven gelezen, en wilde later dat jaar als ‘external examiner’ in mijn promotiecommissie plaatsnemen.
Sindsdien hebben we contact gehouden. Vooral over democratie en vrijheid. Nooit over religie. Nooit. Totdat ik hem schreef over mijn boek ‘Apostelkind’. Hij feliciteerde me. En de rest van zijn antwoord verraste me: ‘Ik heb in mijn jeugd iets dergelijks meegemaakt. Ik ben als Christian Scientist opgegroeid en in Amerika waar ik ook op een Christian Science college heb gezeten. Daarna echter geen Christian Scientist meer!’
Dit kwam voor mij ‘out of the blue’: van de Christian Scientists had ik wel gehoord, maar het verraste me dat Arend Lijphart lid van deze groep was geweest. ‘Net als jij en Martin ben ik er met mijn vrouw rond mijn 25ste uitgestapt.’ Nooit had iemand hem gevraagd naar zijn eigen achtergrond, laat staan doorgevraagd naar deze relatief onbekende groep en hun denkbeelden. Gek eigenlijk, want religie speelt wel degelijk een rol in zijn wetenschappelijke werk.
Hoog tijd dus voor een interview. Vandaag over de Amerikaanse politiek, Nederlandse verzuiling en verdeelde samenlevingen. Volgende keer: over religie en de Christian Scientists.
Eerst maar even over de Amerikaanse verkiezingen. Opgelucht? Spannend?
“Ja, ik ben opgelucht, maar tegelijk ook teleurgesteld dat Joe Biden niet een overweldigend grote overwinning heeft behaald. En ook jammer dat de Democraten het niet best hebben gedaan in de verkiezingen van de Senaat en het Huis van Afgevaardigden. Maar je kunt niet alles hebben…”
En er is al zoveel verdeeldheid in Amerika…
“Joe Biden zal alles bij elkaar moeten gaan brengen. Progressief Amerika woont in de steden en aan de kust. Het conservatieve deel woont op het platteland en steunen traditionele waarden zoals het gezin en pro-life en God. Beide groepen voelen zich bedreigd door de ander. Er is veel polarisatie. De progressieve en conservatieve Amerikanen leven steeds meer in hun eigen parallelle werelden.”
Gescheiden werelden in één land. Dat kan gevaarlijk zijn. Daar heb je veel over geschreven.
“Het kan gevaarlijk zijn, zeker als leiders niet naar consensus zoeken. Maar polarisatie in de samenleving betekent niet automatisch politiek conflict. Een verdeelde samenleving kan bij elkaar worden gehouden, en hoeft niet per se tot instabiliteit te leiden.”
Nederland was daar een goed voorbeeld van. Tijdens de verzuiling.
“Wat dat betreft kunnen we veel leren van de Nederlandse geschiedenis. Tot de jaren 70 sprake van verzuiling, waarbij het land was opgesplitst in zuilen. Een katholiek stemde op de KVP, las de Volkskrant, was lid van de KRO, stuurde zijn kinderen naar een katholieke school, voetbalde op de katholieke voetbalclub en kocht brood bij de katholieke bakker. Hetzelfde gold voor de protestanten, liberalen en sociaal-democraten. De zuilen leefden naast elkaar, niet met elkaar. Mensen van de ene zuil kwamen niet in aanraking met mensen uit de andere zuil. Je trouwde binnen je zuil want ‘twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen.’ Het waren gescheiden werelden. Een verdeelde samenleving.”
Verdeelheid in de samenleving. En toch ging dat goed, verliep het vreedzaam. Althans, in Nederland …
“Ja, dat is interessant. Als student in Amerika begon ik hierover na te denken. Dat was in de jaren 50 en 60. Volgens de Amerikaanse politicologen destijds kon het verzuilde en verdeelde Nederland eigenlijk geen stabiele democratie zijn. Mijn promotor aan de universiteit van Yale was Gabriel Almond. Hij onderzocht hoe democratieën als die in Duitsland ten tijde van Weimar hadden kunnen ontsporen. Hij stelde dat je een homogene bevolking nodig hebt voor stabiele democratieën. Niet te grote etnische of religieuze verschillen. Maar deze verklaring klopt dus niet voor Nederland, want het verzuilde land was stabiel gebleven, ondanks de scherpe religieuze tegenstellingen. Er woedde geen politieke burgeroorlog. Hoe kwam dat? Daar ging ik me in verdiepen.”
Het schikken van twisten?
“Dat was noodzakelijk. De tegenstellingen waren groot, en vanwege de religieuze aard ook onoplosbaar. De massa’s bleven binnen hun zuil zitten, maar de leiders van de zuilen spraken met elkaar en sloten compromissen. Er was pacificatie omdat geen van de zuilen ooit een meerderheid zou kunnen behalen. Dan moet je dus wel samenwerken om politieke macht te krijgen, wat de leiders van de verschillende zuilen in Nederland dan ook deden. Het gedrag van politieke leiders is dus ook bepalend: als zij samenwerken dan kan dat conflicten en zelfs burgeroorlogen voorkomen. En later kwam ik er ook achter dat bepaalde politieke instituties beter werken in verdeelde samenlevingen: liever een kiesstelsel met evenredige vertegenwoordiging dan een kiesstelsel met districten waarin alleen de winnaar in het parlement terechtkomt. Liever een meerpartijenstelsel waarin minderheden zich ook gehoord voelen dan een stelsel met slechts twee partijen. Liever een systeem zoals Nederland of Zwitserland dan het Britse politieke systeem. Liever een consensusdemocratie dan een meerderheidsdemocratie. Dan is er minder kans op ernstige conflicten.”
Het verzuilingsmodel was een krachtige verklaring voor de politieke stabiliteit in Nederland. Daar schreef je in 1968 twee boeken over. Maar sinds de jaren 70 is de samenleving geseculariseerd en ontzuild.
“Er kwam meer vrijheid voor het individu. De starre zuilen verdwenen die individuele burgers in het gareel hielden. Toch zijn de verzuilingsideeën nog steeds actueel. Volgens mij zullen ze dat blijven. Want de factoren die verklaren waarom Nederland toch een stabiele democratie kon blijven, ondanks grote religieuze verdeeldheid, kunnen ook elders worden toegepast. Dus misschien zijn de pacificatie-ideeën minder relevant in Nederland geworden, maar wel interessant in andere contexten. Zoals in de Europese Unie. En in andere landen met verdeelde samenlevingen. Daar zou een consensusdemocratie echt veel beter werken dan een systeem waar minderheden geen politieke macht krijgen.”
In de jaren 80, en vooral sinds de jaren 90, ging je nog een stap verder en betoogde je in je boeken dat consensusdemocratie in alle landen beter zou werken, of ze nu verdeeld zijn of niet.
“Vooral mijn boek Patterns of Democracy van 1999 is wat dat betreft belangrijk. Hierin heb ik de politieke systemen van 36 landen met elkaar vergeleken. Mijn analyses toonden duidelijk aan dat consensusdemocratieën ook ‘kinder and gentler’ zijn. Aardiger en zachter dus. Ze presteren beter als het gaat om de ontwikkeling van een verzorgingsstaat, minderheden voelen zich beter vertegenwoordigd en er is minder kans op oorlog. In 2012 heb ik de analyses verder uitgebreid. Daar kwamen dezelfde patronen uit.”
Zou een consensusdemocratie ook beter zijn voor een land als Amerika?
“Ja, in Amerika zijn maar twee grote partijen, en beide partijen hebben kans om te winnen. Dat zet de tegenstellingen nog meer op scherp: niet alleen tussen kiezers, maar ook tussen de leiders. Dan is er dus geen ‘incentive’ voor pacificatie op elite-niveau. Het zou wel goed zijn voor het als de leiders meer gaan zoeken naar consensus, en bijvoorbeeld het kiesstelsel gaan hervormen. Ik heb hier wel eens advies over gegeven, maar mijn voorgestelde hervormingen worden waarschijnlijk als te radicaal gezien, of als politiek onhaalbaar. Maar als we het niet uitproberen dan gaat het zeker niet lukken!”
…..
Volgende keer: deel 2 van het interview met Arend Lijphart. Dan over religie en zijn eigen jeugdervaringen als Christian Scientist. Wordt vervolgd…
…..
Wat een helder en leerzaam interview! Ik kijk al uit naar deel 2.
Prachtig eerste deel van een voor mij onbekende beroemde Nederlander! Ben ook zeer benieuwd naar het bijzondere vervolg en wat een parallellen met vooral jou en onze geschiedenis.
Mooi gesprek! Ook ik kijk uit naar deel 2.
Mooi beeld dat juist de verzuiling in Nederland uitnodigde/noodzaakte tot samenwerking, waardoor een democratisch systeem ontstond waarin ook minderheden gehoord worden. In Nederland ontstaat echter steeds meer polarisatie tussen groepen en culturen. Het is te hopen dat we – ook in de toekomst- in harmonie kunnen blijven polderen.
Ik zie uit naar het tweede deel.
Wat een goed interview van je met de voor mij onbekende politicoloog Arend Lijphart. Heel duidelijk en begrijpelijk. Ik kijk met belangstelling uit naar het tweede gedeelte. Bedankt Renske.
Heel interessant. Ik zie uit naar deel 2.
Prima idee om juist nu met onze oude vriend Arend Lijphart te spreken. Op dus naar deel 2!
Wat een helder verhaal! Ik kijk uit naar deel 2!
Wat een goed, helder interview Renske! Ik pak gelijk deel 2 even mee! ☺️
Interessant! Op naar deel 2 ?