Oom Apostel, olifanten, openheid

Verjaardagslied apostel Slok senior, gezongen door John. Bron: klik hier (waar hele lied te horen- en lezen- is met eerst Zangkoor, dan Jeugdkoor, dan Kinderkoor, en tot slot allemaal). Stukje tekst uit lied: ‘Wij als kinderen van 1 Vader, zingen dus ons hoogste lied, want wij voelen dat Apostel, U alleen ons het mooiste biedt. U blijven wij voor altijd trouw.’

De publieke verklaring van het Genootschap is nu 2 weken oud. Veel ex-leden zijn opgelucht: er zijn duidelijke excuses en erkenning voor de normerende, uniformerende, hiërarchische cultuur met gevolgen voor autonomie en persoonlijke ontwikkeling, vooral van de jeugd. Dat is een mooi begin. Maar er zijn ook zorgen: de acties blijven vaag. Er komt een Meldpunt, maar het eerder toegezegde externe onafhankelijke onderzoek is opeens van de baan. Er wordt openheid beloofd en er zijn inderdaad persberichten naar media gestuurd (die integraal zijn overgenomen, dus zonder verdere vragen van journalisten, laat staan ‘wederhoor’ voor ex-leden), maar de interne openheid is minimaal. De  verklaring van bestuursvoorzitter Wiegman kreeg 2 minuten en 53 seconden aandacht tijdens de diensten (de afspeeltijd van een videoboodschap) zonder verdere gezamenlijke gesprekken over deze gebeurtenis, laat staan over de inhoud.

En de afgelopen week is er weer hard gewerkt aan de beeldvorming rondom het Genootschap. Zo zal Stine Jensen morgen een APG-lezing houden over ‘een zoektocht naar gemeenschap en verbinding in tijden van individualisme’ en ‘hoe bewaak je daarin de balans tussen overgave en autonomie?’ Deze nieuwe initiatieven zijn begrijpelijk. Immers, het Genootschap heeft zo’n half miljard aan euro’s in kas, en is vastbesloten om maatschappelijk aan de weg te timmeren met nieuwe waarden zoals compassie en religieus-humanisme. En toch… dergelijke lezingen zijn niet alleen pijnlijk zo vlak na de publieke excuses, maar getuigen ook van een gebrek aan zelfreflectie en historisch besef. Want wat écht ontbrak in de apostolische spijtbetuiging was de spil om wie het Genootschap draaide: Slok senior die volledige overgave eiste van zijn volgelingen in de periode 1946-1984, en daarna zijn zoon tot 2001.

De olifanten in de kamer

Hoe duizenden mensen decennialang verstrikt raakten in een systeem met een sterke gemeenschapsband en een essentiële Levensopdracht, luisterend naar het Woord van (Oom) Apostel als Man Gods en Levensvriend. Daar gaat mijn boek ‘Apostelkind’ over. En dat kwam ook uit de ‘dialooggesprekken’ die het Genootschap afgelopen zomer organiseerde: leden en ex-leden vertelden over deze ingebakken, aangeleerde en opgelegde persoonsverheerlijking, en de gevolgen hiervan. Dat Slok senior en zijn zoon op de plek van onze ouders gingen staan. Dat de ‘Man Gods’ ons ‘eigende’, meestal op peuterleeftijd, waarbij onze eigen ouders beloofden ons een apostolische opvoeding te geven om zo ‘meer mens’ te worden. Dat we onze Leidsman dagelijks moesten bedanken als ‘lieve Vader, die op zijn mooist mogen kennen als u’. Dat we hem moesten bezingen in liederen met teksten als ‘ik ben toch uw kindje, en dien u toch zo graag’ en ‘Apostel woont in mijn hartje’ en ‘wij zijn vrij en blij, Apostel, om te leven zoals u dat doet.’

bron: bundel met kinderkoorliederen van het Apostolisch Genootschap (tot 1990)

De rol van de Leidsman, daar zwegen we over. Nu heeft het boek die stilte gebroken, iedereen weet het, maar echte openheid is er nog steeds niet. Want juist de apostelrol geeft een ongemakkelijk gevoel: een vreemde mengeling van saamhorigheid en onveiligheid, versmelting en eenzaamheid, broeierig warm en ijskoud. Het puur benoemen van de persoonsverheerlijking is al een daad van verzet. Als je vragen stelt, word je (nog steeds) weggezet als ‘polariserend’ en ‘rancuneus’ en ‘onruststoker’. Zodat je weer gaat zwijgen. Want de feiten zijn te gênant, te controversieel, te pijnlijk. Bovendien wil je hier liever niet mee worden geassocieerd: wat zullen je vrienden, je buren, je collega’s wel niet denken? Apostelkinderen hebben immers een Leidsman vereerd. We konden er weinig aan doen, want waren er als kind mee opgegroeid (net als onze ouders en grootouders), maar toch… het is niet iets waar je mee te koop wil lopen. Je stuit op een muur van onbegrip, afschuw, medelijden bij ‘buitenstaanders’. En voor nuance is vaak geen plaats. Hoe ben je zo gek geweest om 1 man zoveel macht te geven?

Charisma: spontaan of uitgedacht?

Wat is de aantrekkingskracht? Als je de theorieën van Max Weber leest, dan lijkt het alsof charismatisch leiderschap een aangeboren eigenschap is, en zich vooral spontaan ontwikkelt naar een meer ambtelijke vorm van charisma. Maar leiders bereiden zich voor, zien hun kansen en zijn in staat op het juiste moment de macht te pakken. Daar is over nagedacht. En ook het versterken van het charisma is vaak een gefabriceerd proces. Charisma is maakbaar, en kan worden geïnstitutionaliseerd om zo de aanhangers bezield binnenboord te houden.

Binnen het Genootschap is dat mooi te zien. Op doordachte wijze, en minitieus vastgelegd in duizenden documenten (wekelijkse ‘hartensuitingen’, apostelbrieven, jeugdrichtlijnen en liederen) werd deze persoonsverheerlijking aangeleerd, vanaf de geboorte (‘de Jongste Jeugd’) tot de laatste levensfase (bv via het Bejaardenkoor).

Via ‘declamatoria’ werd het ‘Woord van de Mond Gods’ (de apostelboodschappen) urenlang herhaald: op kerstavond spraken honderden volgelingen, allemaal tegelijk in 100 Gebouwen verspreid over het land, de teksten van de apostelen uit, als een soort bloemlezing van de ‘hartensuitingen’ van het voorafgaande jaar.

Via taal kreeg de relatie met de Leidsman een extra lading. Op tientallen verschillende manieren werd hij aangesproken, in brieven en vooral in liederen: onze dierbare Levensvriend, geestelijke (of Geliefde) Leidsman, eigentijdse Christus, Gezalfde Gods, God als Apostel, Grootmacht der Liefde, Heiland der Mensheid, Inspirator, Levende Norm, Levensgids, Levensvoorbeeld, Man Gods, Mond Gods van deze tijd, Raadsman, Startpunt, Vader, Zegenaar, Zaaier, Zielenbruidegom en Zielenhelper en Zielenminnaar. En nog veel meer.

Via kerstcadeaus gingen de kinderen nog meer van hun Man Gods houden. Met liefde werden de cadeaus helemaal zelf door de broeders gemaakt. Maar uiteindelijk kregen we de cadeaus van onze oom Apostel, tijdens de kerstdagen, uitgereikt door onze Voorgangers. Alles kwam van hem, door hem. Hij was niet alleen onze eigen Christus, maar ook onze eigen Sinterklaas.

Bron: bundel met kinderkoorliederen van het Apostolisch Genootschap (tot 1990)

Verjaardagen: 21/8 en 23/10

En via vieringen lieten we zien hoeveel we van hem hielden en hoe dankbaar we met hem waren. Zoals tijdens apostelverjaardagen. Eergisteren vierde Slok junior zijn 90ste verjaardag. Elk apostelkind dat opgroeide onder zijn Leiderschap (1984-2001) weet dat. Zijn verjaardag werd zorgvuldig voorbereid, met uitgesproken steunbetuigingen, opdrachten tijdens de Kinderkringen (bv. kaarten schrijven en speciale verjaardagsliederen oefenen) en een feestelijke verjaardagsdienst. Kleuters leerden van tevoren een lied, en moesten op voorgeschreven wijze naar het podium komen, om daar te zingen, en een ingestudeerde tekst opzeggen, in de Grote Zaal, voor de hele Gemeenschap. Tijdens de Kinderkringen moesten we elkaar vertellen wat de Apostel voor ons betekende, en met plannen komen om hem te bedanken voor zijn Werk, bijvoorbeeld met tekeningen of brieven of zelfgemaakte cadeautjes. En met de Bijzondere Liefdesaanbieding natuurlijk: een speciale financiële bijdrage tijdens de verjaardagsdienst.

Bron: Richtlijnen voor de jeugdverzorging van het APG, j 28, no 1 (besproken tijdens de Kinderkringen, najaar 1998)
Bron: Richtlijnen voor de jeugdverzorging van het APG, j 28, no 1 (besproken tijdens de Kinderkringen, najaar 1998)
Dit is een stukje uit het lied 9 over de geboortedag van Apostel Slok junior: 23/10/1930. Bron: bundel met kinderkoorliederen van het Apostolisch Genootschap (1990-2001).

Herdenkingsjaar 2021

Tijdens ‘jubileumjaren’ werd de bijzondere plaats van de apostelen verder verstevigd. Apostolischen zijn dol op jubeljaren. In 1966 was er groot feest met cantates (’20 jaar na 20 eeuwen’: immers na 20 eeuwen hadden wij onze eigen Christus op aarde terug, gewoon in Nederland) en massabijeenkomsten in concertzalen overal in het land. In 1976 verscheen er een jubileumboek (‘de Zegen van de Twijfel’). En 1994 was wederom een feestjaar (’10 jaar Apostel Slok junior’) met de cantate ‘Oneindige Schepping’ over de oneindigheid en leegte, het heelal en de wereld, de oermens en de Levensgids: ‘Ik ben innig dankbaar dat ik een zielenhelper heb, mijn Apostel, in het turbulent bestaan. Ik zal mijn liefde levend houden, en met hem nieuwe wegen gaan.’

Volgend jaar komt er weer een apostolisch jubileumjaar: met Pasen is het 75 jaar geleden dat Slok senior werd ‘geroepen’ tot Leidsman, 70 jaar geleden dat het Genootschap werd gesticht, en 10 jaar geleden dat Bert Wiegman de nieuwe apostel werd. Een goede gelegenheid om de geschiedenis van het Genootschap te herdenken.

Ik heb wel wat ideetjes. Het Genootschap zou bijvoorbeeld een tentoonstelling kunnen samenstellen. Met alle Kringmappen en Richtlijnen, met alle liederen en weekbrieven, met decorstukken en attributen die tijdens de diensten of kerst werden gebruikt. Of er zouden filmavonden kunnen worden gehouden. Want in het Baarnse kasteeltje van het APG bevindt zich honderden uren aan audio- en filmmateriaal, van aposteldiensten en ‘declamatoria’, van ‘uitgaansdagen’ en theaterspelen. Of er zouden workshops kunnen worden georganiseerd, of een conferentie of symposium. Over de apostolische waarden bijvoorbeeld.

Met de nieuwe waarden (zoals compassie) heeft het Genootschap nog niet zoveel ervaring. Maar met de oude waarden (zoals volgzaamheid en gehoorzaamheid, trouw en plichtsbetrachting, overgave en eerbied, saamhorigheid en samenwerking, behulpzaamheid en verbondenheid, dankbaarheid en waardering, eenvoud en vergevingsgezindheid) zijn duizenden leden en ex-leden opgegroeid, gedurende meer dan een halve eeuw. Ook is het Genootschap een bijzondere bron van kennis rondom onderwerpen met grote maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie, zoals: leiders en volgers, de positie van kinderen in gesloten groepen, de rol van de media en religie, kinderrechten en godsdienstvrijheid, de aantrekkingskracht van charismatische, autoritaire leiders, nieuwe religieuze bewegingen en ‘cults’, de kracht van taal en muziek, groepsprocessen en het normaliseren van persoonsverheerlijking, en nog veel meer.

Het herdenkingsjaar biedt een unieke kans om belangrijke vraagstukken rondom de unieke apostolische normen en waarden te onderzoeken en te delen met experts en geïnteresseerden. Bovendien zou het bespreekbaar maken van deze thema’s perfect passen binnen de huidige doelstellingen van het Genootschap dat zichzelf ziet als een ‘lerende organisatie’ die ‘blijft zoeken naar antwoorden op levensvragen, waarbij je van elkaar kunt leren, samen wijzer wordt, verantwoordelijkheid neemt en ontdekt hoe je betekenisvol kunt leven.’ Van de apostolische periode tussen 1946 en 2001 kunnen niet alleen leden en ex-leden veel leren, maar deze APG-cultuur kan ook ‘buitenstaanders’ nieuwe inzichten bieden in deze tijden waarin steeds meer mensen verlangen naar zingeving en verbinding, sterke leiders en gemeenschapsgevoel.

Ideeën genoeg. Materiaal in overvloed. Aan ervaringsdeskundigen geen gebrek. En dan nu de openheid nog. Eerlijke openheid, ook van het Genootschap zelf, waarbij de apostolische-olifanten-in-de-kamer gewoon worden benoemd, beschreven en besproken. Ik ben benieuwd: ik ben dol op feestjes!

Bron: Landelijke instructies hoe alle apostolische kleuters moesten spreken en zingen op de Verhoging, voor hun eigen gemeenschap met ‘Ooms’ en ‘Tantes’. Uit de Richtlijnen voor ‘de Jongste Jeugd’ (kinderen t/m 6 jaar) van juli-september 1977, over de feestelijke bijeenkomsten rond de verjaardag van Slok senior op 21 augustus
collage met foto Slok senior, en kringmapknipsels jaren ’80.

Zomaar een zondag

Verklaring apostel Bert Wiegman op zondag 11 oktober 2020 (bron: klik hier)

Excuses Apostolisch Genootschap

Zomaar een zondag? Nee, ik geef toe: dat was het niet. Vanochtend bood Bert Wiegman (apostel/ bestuursvoorzichter) excuses aan, met een videoboodschap en met een schriftelijke verklaring. Het persbericht werd overgenomen door Trouw en NRC en lokale media. En de NOS kopte: ‘Apostolisch Genootschap biedt excuses aan na publicatie boek.’

De kracht van een boek

“Wat onzichtbaar was, heb ik zichtbaar willen maken”, vertelde ik in een NRC-interview in juni. Ja dat dus. Vragen en feiten. Herinneringen en emoties. Uitzoeken en vastleggen. Dat wilde ik graag. In een boek. ‘Apostelkind‘ werd de titel. Want dat waren we: apostelkinderen. Het boek is een zoektocht naar de verborgen geschiedenis van de apostolische beweging (sinds 1830), de rol van mijn familie daarin (sinds 1901) en mezelf (sinds 1973). Een verhaal over kinderen die het werk van Jezus moesten voortzetten en daarbij hun ‘Apostel’ als ‘Eigentijdse Christus’ en ‘Levende Norm’ en ‘Levensvriend’ (etc) moesten volgen. Zo verbeterden ze niet alleen zichzelf maar ook de wereld: als goddelijke hormonen stroomden we door de samenleving.

De geschiedenis van apostelkinderen (1946-2001) was onbekend, en ongekend in het open Nederland. Was het schaamte, angst en verwarring? Kwam het door aparte apostolische jargon met vaak manipulatieve woorden en uitdrukkingen? Waren er daarom geen woorden voor? Of kwam het door die zgn. ‘fantoompijn’ waardoor loskomen vrijwel onmogelijk is? Of door het ongeloof van de ‘buitenwereld’? Zo’n verhaal over een groep van 30.000 volgelingen en een systematisch uitgedacht, zeer gedetailleerd en intensief programma met weekbrieven, richtlijnen, theaterspelen, liederen, en ver(p)lichte overgave aan 1 Leidsman… zoiets kán immers niet waar zijn in het moderne Nederland (1946-2001). En het was toch allemaal zo ‘fijn’ en vriendelijk? Daar kan toch niks mis mee zijn? Of was de recente marketingmachine, waarin een nieuw beeld over het Genootschap werd neergezet, eenvoudigweg té succesvol?

Ik weet het niet. Wel weet ik dat het verhaal verborgen bleef. ‘Hidden in plain sight’. Maar nu niet meer. Nu is het zichtbaar in het volle licht. Het boek gaf ook anderen een gezicht, een stem. In korte tijd ontving ik meer dan 300 berichten van apostelkinderen uit het hele land, oud en jong, man en vrouw, met verschillende inkomens en beroepen. ‘Eindelijk openheid’ en ‘Ik dacht dat ik gek was’, en ‘een feest van (h)erkenning’ en ‘puzzelstukjes vallen op hun plek’, waren de meest voorkomende reacties. Maar ook ‘ik weet niet of ik nu blij of boos met dit boek ben’ want ‘soms wil je onwetend blijven, maar ont-weten gaat helaas niet’ en ‘als je het eenmaal ziet, dan kan je het niet meer niet zien.’ Lezers moeten het verleden alsnog een plek gaan geven, ook als ze al tientallen jaren geen lid meer zijn.

Acties

Ik ben een schrijver en onderzoeker – zeker geen activist, maar het boek activeert. Het doorbreekt een hardnekkige zwijgcultuur – een pijnlijk proces – en zet mensen in beweging. Het boek leidde tot emotionele gesprekken binnen families, en daarbuiten op social media met duizenden reacties op verschillende sites. Ook het Genootschap werd overvallen door berichten van lezers die zich in het boek herkenden. Apostel Wiegman zette in april een filmpje op de APG-website, wat wederom uitdraaide op protestreacties van ‘apostelkinderen’. Er volgde veel aandacht in de media, met interviews en boekrecensies. En het verhaal van ‘Apostelkind’ werd ook ‘hoorbaar’ gemaakt, met een prachtige radio-docu, gemaakt door Laura Stek.

Daarna was de storm nog niet voorbij (zie hier voor tijdlijn). De apostelkinderen vonden elkaar, op mijn FB-site, daarna in andere (gesloten) FB-groepen, en ze bouwden hun eigen website met eigen ervaringen, eigen analyses, en zelfs met een eigen apo-strip over ‘Priester Lurck’. Sommigen hadden de moed zich in de media uit te spreken. Anderen bleven brieven schrijven, naar mij en naar het APG.

In juni nodigde het APG ex-leden (en leden) uit en deze zomer werden ‘dialoogbijeenkomsten’ georganiseerd. In een persbericht (van 13 juli) kwam het Genootschap met de eerste resultaten van deze gesprekken. ‘Kritiekloze volgzaamheid’ met de absolute afgedwongen ‘persoonsverheerlijking van de apostel’, en ‘de negatieve effecten van een ideologische opvoeding’ met een ‘doofpotoplossing voor menselijk leed’ werden als pijnpunten van het recente verleden genoemd. Er kwam een rapport aangevuld met digitale post-its. Een ex-lid schreef vervolgens een haarscherpe analyse over de APG-aanpak tijdens deze dialooggesprekken, die rammelde qua integriteit en zorgvuldigheid, met mogelijk extra leed voor de betrokkenen.

Excuses van het Genootschap

En vandaag kwam het Genootschap dus met excuses. Bert Wiegman (apostel/ bestuursvoorzitter) erkende volledig dat er in de jaren ’60 t/m ’90 ‘een normerende en uniformerende cultuur was waarbinnen een deel van de (jeugd)leden belemmerd werd in hun autonomie en persoonlijke ontwikkeling.’ Verder sprak hij over een ‘hiërarchische cultuur‘, grote ‘groepsdruk’, waarbij ‘uitsluiting of publiekelijke terechtwijzing’ plaatsvond, en over ‘inmenging in levenskeuzes en familiesituaties‘ wat de privacy aantastte.

In de krant Trouw stond het nog duidelijker: ‘Mensen ervoeren de groepering als dogmatisch, indoctrinerend, gesloten en dictatoriaal, met persoonsverheerlijking van de “apostel” (bestuursvoorzitter). Ze zeiden dat ze niet zichzelf konden zijn en hekelden de zwijgcultuur en de controle.‘ Ook de NOS nam zojuist het APG-persbericht over met vergelijkbare woorden: klik hier. Er zijn niet alleen woorden van erkenning, maar ook actie. Want deze stappen geven het Genootschap de kans ‘recht te doen aan de mensen die pijn uit dit verleden met zich meedragen,‘ zo staat in het persbericht. Via een nieuw meldpunt kunnen leden en oud-leden hun ervaringen delen. Ook kunnen ze een beroep doen op professionele ondersteuning of andere vormen van hulp.

En… wat vinden de ex-leden van de verklaring?

Afgelopen woensdagavond vroeg ik aan een groep van 250 ex-leden: ‘Hoe ziet jouw ideale verklaring eruit?’ Binnen 50 uur kreeg ik meer dan 210 reacties van 82 verschillende individuen, meer dan 15.000 woorden. Vandaag wilde ik daar een blogje aan wijden, met analyses, maar door de onverwachte drukte (ik ben vandaag overspoeld door berichten van ex-leden n.a.v. Wiegmans verklaring) stel ik dat blogje nog even uit. Wel kan ik alvast zeggen: vrijwel iedereen wilde graag de woorden ‘excuses’ en ‘erkenning’ horen. En die woorden zijn gevallen. Toch heerst er ook teleurstelling onder de ex-leden, en op zekere dag zal ik bekijken waar dat aan ligt (op basis van analyses van de 210 reacties). Overigens is de mooiste ‘ideale verklaring’, waar de meesten zich in konden vinden, gisteren op de apostelkinderen-website gepubliceerd, klik hier.

‘En wat zou jouw ideale verklaring zijn?’ schreef een lezer me gisteravond. Daar heb ik een duidelijk antwoord op: die heb ik niet. Want ik heb het boek geschreven om te begrijpen wat er is gebeurd met deze geloofsgroep, en met mezelf. Ik ontdekte hoe we verstrikt zijn geraakt, met z’n allen, in een web van emoties (‘geen feiten maar voelen’) en groepsloyaliteit (met lieve Ooms en Tantes) en intensieve jeugdactiviteiten (‘jeugdzielsverzorging’) met een flinke portie morele superioriteit (‘wij bouwen het Koninkrijk Gods in het hier en nu’). Tijdens het onderzoek zag ik glashelder hoe we ons zo hebben laten meeslepen in een langdurig script waarin 1 man de hoofdrol speelde: eerst Slok senior tot 1984, en daarna zijn zoon tot 2001. En dat is pijnlijk. Want uiteindelijk denk je: ‘Daar zou ik nooit in meegaan’ en ‘daar doe ik niet aan mee.’ Maar niemand trapte op de rem. En niemand leek te zien wat er aan de hand was. Die thema’s blijven me bezighouden. Leiders en volgers, autonomie en groepsdruk, conformeren en rebelleren.

Mijn ideale verklaring? Die heb ik dus niet. Hopen op erkenning & excuses, dat is nooit mijn doel geweest. Begrijpen & vastleggen & uitwisselen van kennis, dat wel. En daar ben ik voorlopig nog niet klaar mee. Lang leve de openheid!

‘Goodbye Lenin’ (maar dan net even anders)

Film - Goodbye Lenin! - Into Film
Een ‘still’ uit de Duitse film ‘Goodbye Lenin’ 

Een collectieve identiteit kan problematisch worden. Bijvoorbeeld als je je volledig verliest in een groep, iets wat je terugziet bij nationalistische, ideologische of religieuze fanatici. Maar het geeft tegelijkertijd ook geborgenheid en houvast. En dan is het pijnlijk als die vastigheid op losse schroeven komt te staan.

Dit verwarrende proces staat centraal in de film ‘Goodbye Lenin’ die ik gisteren weer eens zag. Deze Duitse tragikomedie speelt zich af rondom ‘die Wende’. Een van de hoofdrolspelers (de moeder) raakt in coma op een historisch ogenblik: vlak voor de val van de Berlijnse Muur. Als ze ontwaakt, probeert haar zoon Alexander de omwenteling van communisme naar kapitalisme voor haar te verbergen. Om haar te beschermen. Want de emotionele schok zou te groot voor haar zijn.

De zoon haalt andere familieleden en vrienden over om het spel mee te spelen. Dit levert hilarische taferelen op. Moeders slaapkamer wordt omgebouwd tot een DDR-‘paradijs’ met oud DDR-meubilair. Visite vertoont zich in oude DDR-kleding en krijgt typisch DDR-voedsel voorgeschoteld. Twee buurkinderen zingen (tegen betaling uiteraard) een DDR-strijdlied voor de moeder, en de zoon maakt zelfs nieuwsbulletins voor haar om het oude DDR-sprookje in stand te houden.

Uit alle macht doet de omgeving net alsof hun oude land, de DDR, nog bestaat. Om zo vast te kunnen houden aan een oude identiteit. En om niet teveel verwarring te veroorzaken. En dat doet me toch weer denken aan de Apostelkinderen. Ook wij groeiden op in een systeem met een sterke eigen identiteit. Natuurlijk anders dan de DDR, maar wel degelijk zeer gesloten en alomvattend.

De APG-slaapkamer zouden we kunnen vullen met een Dientafel (waarop schalen met gehaakte kleedjes, een waterkan en bloemstuk), APG-geschenken van de Zusters (verzilverde potjes, suikerpot met lepel, peper- en zoutsetjes) en van de kinderen (schommelstoelen, bureaus, naaisetjes, spelletjes), APG-leesvoer (Hartensuitingen, De Zegen van de Twijfel, Jeugdrichtlijnen), oude gordijnen (waar in het najaar Blauwe Jurken van worden gemaakt), en een badkamer ensuite met speciaal apostel-toilet. Het Embleem hangt aan de muur, en de Apostelfoto pronkt op het nachtkastje.

En elke dag zouden er bijeenkomsten zijn, kringen, koren, diensten. Ieder ‘samenzijn’ zou worden geleid door een Middelpunt, dat notules zou maken, het verslag naar de Voorganger zou sturen, en bij ‘problemen’ ook naar de Oudste en Apostel. Elke dag wordt er een ander koor gevraagd (kleuter- en kinderkoor, jongens- of meisjeskoor, jeugd- of bejaardenkoor; mannenkoor of het gewone Zangkoor) om de Apostel te bezingen, als Christus van deze tijd. ’s Avonds zouden we kunnen luisteren naar een van de apostolische cantates, of naar de stem van de Apostel die ons waarschuwt voor besmettingen van buitenaf, ons wekelijks ‘vrijspreekt’ van onze dagelijkse misstappen, en aanspoort de ‘Christusgezindheid’ over de wereld te verspreiden. De dag zou worden afgesloten met een gebed: ‘Lieve Vader, die we op z’n schoonst leren kennen als onze Geliefde Apostel. Wij hebben weer een fijne dag gehad. Amen.’

Maar zo is het niet gelopen. Als je het APG-systeem verliet, dan bestond het opeens niet meer. Je ontwaakte uit een coma, en werd wakker in een wereld waarin de Tweede Wereld actief werd weggepoetst. Door jezelf (vanwege de verwarring, angst, loyaliteit en schaamte), door de de APG-top (die sinds 2001 materiaal liet vernietigen, opdracht gaf tot het herschrijven van de liederen, en de complexe realiteit overgoot met een zoete zingevingssaus), en door vasthoudende leden (‘je ziet het verkeerd’ en ‘het geheugen is onbetrouwbaar’ en ‘het is nu anders’), gesteund door onwetende BN-ers die (tegen betaling uiteraard) voor het Genootschap inspirerende lezingen verzorgen over overgave en autonomie, over de liefde en de roze bril, over eenzaamheid en herinneringen, over de zin van het leven, en natuurlijk over de toekomst.

Best een makkie. Want iedereen leek het spel mee te spelen, decennia lang. Maar juist het collectieve zwijgen en actief ontkennen van deze gedeelde identiteit heeft tot veel verwarring onder Apostelkinderen geleid, zo blijkt uit de brieven van lezers van mijn boek.

Als ‘Goodbye Lenin’ dus. Maar dan net even anders.

…..

Film flashback: In ‘Good Bye Lenin!’, nostalgia for a Communist way of life saves lives
Een ‘still’ uit de Duitse film ‘Goodbye Lenin’